Verantwoording algemeen

Algemeen

VLPA

Bij een brand in een afgesloten ruimte bestaat het risico op ‘systemisch’ (inhalatie)letsel door inhalatie of opname van toxische stoffen in de circulatie, zoals koolmonoxide en cyanide. Inhalatietrauma: verbranding van de hoge en lage luchtwegen waardoor zwelling, stridor of heesheid kan ontstaan. 

Bij CO- of cyaninde intoxicaties staat behandeling met zuurstof en bij cyanide met hydroxycobalamine op de voorgrond vanwege de cellulaire hypoxie. 

Elektrisch letsel

Electrisch letsel kan ontstaan door expositie aan:
- laag voltage (< 1000 volt), bijvoorbeeld het elektriciteitssysteem thuis, 
- hoog voltage (> 1000 volt) via hoogspanningskabels of door bliksem. 
Bij laag voltage letsel blijven de brandwonden veelal beperkt tot de plaats van in- en uittrede. Bij hoog voltage letsels ook onderweg op de route die de elektrische stroom door het lichaam heeft gemaakt ernstige schade kan ontstaan. Hoewel het uitwendig letsel beperkt kan zijn, dient rekening te worden gehouden met inwendig letsel met neurologische, respiratoire en cardiale problemen, afhankelijk van de duur van de blootstelling. Zo kan necrose van spier-, bot-, vaat-, en zenuwweefsel optreden terwijl de bovenliggende huid intact is. Ook kan zich door oedeemvorming een compartimentsyndroom ontwikkelen, waardoor in ernstige gevallen een fasciotomie geïndiceerd is. Met name bij hoog voltage letsel kunnen neurologische, respiratoire en cardiale problemen ontstaan, zoals aritmie of circulatiestilstand. Een directe blikseminslag is veelal fataal. 
Bij de eerste opvang en onderzoek van slachtoffers met elektrische letsels is het van belang om zowel de plaats van intrede als de plaats van uittrede te lokaliseren. Dit geeft meteen een indicatie welke weg de elektrische stroom door het lichaam heeft gemaakt en waar zich eventueel ernstige necrose onderhuids kan bevinden. Naast adequate vloeistofresuscitatie dient er ritmebewaking plaats te vinden ter controle van een eventuele aritmie. Als bij laagvoltage letsels geen aritmieën te zien zijn, is verdere ritmebewaking niet nodig. Cave: bij elektrische brandwonden kan de vochtbehoefte groter zijn dan de grootte van de brandwond doet vermoeden.

Primaire opvang ziekenhuis brandwondenpatiënten

Het is ongewenst dat patiënten met een ingeschat TVLO groter dan 10% in alle gevallen direct naar een brandwondencentrum worden overgebracht. Patiënten dienen eerst ABCD gestabiliseerd te worden in een regionaal ziekenhuis met voldoende opvangcapaciteiten, vervolgens wordt overlegd met een brandwondencentrum. 

Een juiste eerste inschatting van het percentage brandwonden is soms moeilijk te maken. Bij verwijzing naar een brandwondencentrum wijkt deze regelmatig af, meestal in de zin van overschatting.  


 

Expert opinion

-

Bronnen

V&A

-

Verdieping

-