•  
  •  

Gegevensverstrekking

Verantwoording algemeen

Algemeen

VLPA

Het medisch beroepsgeheim is van belang om op laagdrempelige wijze zorg te kunnen bieden aan eenieder die zorg nodig heeft. Een patient die zich tot een zorgverlener richt moet erop kunnen vertrouwen dat alles wat hij aan de zorgverlener laat zien en vertelt niet bij anderen terecht komt. Er geldt een afgeleid beroepsgeheim voor zorgverleners die zelf vanuit wetgeving geen medisch beroepsgeheim hebben. Het beroepsgeheim geld ook na het overlijden van een patient. Het beroepsgeheim kan doorbroken worden als sprake is van:

-   toestemming van patiënt of
-   wettelijke plicht tot spreken of
-   conflict van plichten.

Overleg bij twijfel met de MMA/medisch stafbureau. Documenteer zorgvuldig welke gegevens met derden zijn gedeeld.

Toestemming gegevensverstrekking

Een zorgverlener mag zonder uitdrukkelijke toestemming van de patient gegevens over de patient verstrekken aan rechtstreeks betrokken medebehandelaars. Indien een (ambulance)zorgverlener in het kader van de behandeling de huisarts van de patient wil informeren mag ook daar de toestemming daarvoor verondersteld worden mits de patient geen bezwaar heeft gemaakt. 

Een zorgverlener heeft de plicht om ouders die het gezag hebben over een kind tot en met 15 jaar te informeren over de behandeling van hun kind. Aan gezaghebbende ouders van jongeren tot en met 15 jaar mogen, zonder toestemming van de jongere, gegevens verstrekt worden. De ouders hebben recht op relevante informatie over de behandeling, eveals op inzage in het dossier van hun kind. Op deze regel geldt de uitzondering dat indien de zorgverlener meent dat de belangen van de jongere in de knel komen als hij de gezaghebbende ouders (volledig) zou informeren, dan kan de zorgverlener besluiten om de ouders niet of beperkt te informeren. Een ouder die geen gezag uitoefent heeft er recht op dat hij op zijn verzoek wordt geinformeerd door zorgverleners. De ouder zonder gezag hoeft echter niet spontaan te worden geinformeerd. De ouder zonder gezag heeft geen inzagerecht in het dossier van zijn kind.

Wanneer de patient de zorgverlener toestemming geeft om een verklaring af te leggen bij politie of justie, dan verplicht dit de zorgverlener niet om te spreken. De zorgverlener beslist daarzelf over. 

Wetteliijke plicht tot spreken

Vanuit wetgeving is een zorgverlener in specifieke situaties verplicht zijn beroepsgeheim te verbreken. Bijvoorbeeld in geval van bepaalde besmettelijke infecties is er een plicht op grond van de Wet publieke gezondheid (Wpg) deze te (laten) melden bij de GGD, zoals bij A-ziekten. 

Conflict van plichten

Bij een conflict van doorbreekt de zorgverlener zijn beroepsgeheim zonder toestemming van de patient omwille van een zwaarder belang. Met het vrijgeven van informatie aan politie/justitie of een ander wordt beoogd ernstige schade voor de patiënt of voor anderen te voorkomen. 

Zwijgplicht en verschoningsrecht

Het beroepsgeheim omvat de zwijgplicht en het verschoningsrecht. De zwijgplicht geldt tegenover iedereen. Het verschoningsrecht stelt dat op grond van het medisch beroepsgeheim een zorgverlener niet kan worden verplicht om tegen zijn patient te getuigen. Het verschoningsrecht geldt tegenover de rechter, de rechter-commissaris, de officier van justitie en de politie. Het verschoningsrecht is niet absoluut.

Wettelijk kader medisch beroepsgeheim

Het beroepsgeheim is vastgelegd in de Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG; artikel 88) en in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO; artikel 7:457 Burgelijk Wetboek). Evenzo zijn nadere regels ten aanzien van het beroepsgeheim te vinden in de Wet Kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), het Europees Verdrag tot bescherming van de van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), de Grondwet (GW) en het Wetboek van Strafrecht (WvSr). 

Expert opinion

-

Bronnen

V&A

-

Verdieping

-