Verantwoording algemeen
Algemeen
VLPA
Na de geboorte is de ductus arteriosus (ductus Botalli) nog enige tijd open en treedt bijmenging van zuurstofrijk(aorta) met zuurstofarm bloed (a pulmonalis) op. Hierdoor ziet een pasgeborene er wat blauw uit en heeft deze een lagere zuurstofsaturatie. Tijdens de adaptatie aan het buitenbaarmoederlijk leven loopt de saturatie langzaam op. De slagader naar de rechter arm heeft geen bijmenging met zuurstofarm bloed: preductale SpO2.
Behalve het aansluiten van een saturatiemeter is ook ECG-monitoring nadrukkelijk opgenomen in de geraadpleegde richtlijnen. Bij pasgeborenen die reanimatie of ondersteuning van de transitie nodig hebben is evaluatie van de hartfrequentie met ECG-monitoring sneller en meer betrouwbaar dan met een saturatiemeter.
Bij pasgeborenen die ondersteuning bij de transitie nodig hebben, zijn het openen van de luchtweg en het adequaat ventileren van de longen meestal voldoende voor herstel. Herhaal na elke nieuwe luchtwegopening manoeuvre de 5 inflatiebeademingen.
Indien men overtuigd is van de aanwezigheid van thoraxexcursies en de hartfrequentie lager is dan 60/minuut, wordt eerst gedurende 30 seconden beademd met een frequentie van 30-60/min. Indien hierna nog steeds sprake blijft van een hartfrequentie < 60/min wordt tevens gestart met thoraxcompressies; hoog nu de zuurstof op naar 100%.
Hanteer voor de thoraxcompressies de Twee-Duimen-Omcirkel-Techniek (TDOT). Hierbij plaatst men de twee duimen boven op elkaar op de onderste helft van het sternum. De ratio is 3 compressies afgewisseld met 1 beademing met een van frequentie 120 per minuut. Na elke 30 seconden volgt controle van de hartactie, ademhaling, kleur en eventueel tonus.
De geboorte van een kind leidt slechts zelden tot een volledige reanimatie. Bij een slechte start zijn droog wrijven en andere stimulerend handelingen, zodat de pasgeborene beter gaat ademen, veelal voldoende. De ademhaling komt bij de meeste pasgeborenen binnen 30 seconden na de geboorte op gang. Eventueel is kortdurende beademing daarbij ondersteunend. Wanneer de ademhaling, hartfrequentie en kleur adequaat zijn en de pasgeborene is à terme, dan kan routinezorg (afdrogen en warm houden) worden verleend en kan het kind bij de moeder blijven.
Een klein deel van de pasgeborenen die gereanimeerd moeten worden hebben ook medicamenteuze ondersteuning nodig. Dien adrenaline toe als de hartactie < 60 per minuut blijft ondanks adequaat niet-invasief luchtwegmanagement, beademing en > 1 minuut thoraxcompressie.
Expert opinion
Het laten kloppen van de navelstreng heeft de voorkeur. Indien dit niet mogelijk is dan is het melken van de navelstreng, waarbij het in de navelstreng aanwezige bloed richting de neonaat gemasseerd wordt, een goed alternatief.
De klinische mogelijkheden om preterme kinderen warm te houden in een plastic zak met een externe warmtestralingsbron zijn in de ambulancezorg vooralsnog niet uitvoerbaar en zijn daarom niet in het protocol opgenomen.
Bronnen
- Berg, J. v., Brouwer, M., Bruinenberg, J., Buysse, C., Delnoij, T., Haren, I. v., . . . Weijenberg, W. (2021, 04 21). Richtlijnen Reanimatie in Nederland. Nederlandse Reanimatie Raad. Opgehaald op 1 oktober 2022 van https://www.reanimatieraad.nl/app/uploads/2022/09/Richtlijnen-Reanimatie-in-NL-2021-1.pdf
- O'Donnell, C., Kamlin, C., Davis, P., & Morley, C. (2005, 11 01). Feasibility of and delay in obtaining pulse oximetry during neonatal resuscitation. November 2005, Volume 147-Issue 5, 698-699. The Journal of Pediatrics. doi:10.1016/j.jpeds.2005.07.025
- Olasveengen, T., Semeraro, F., Ristagno, G., Castren, M., Handley, A., Kuzovlev, A., . . . Perkins, G. (2021, 06 01). Guidelines for Resuscitation. doi.org/10.1016/j.resuscitation.2021.02.003
V&A
Hoe lang continueer je de reanimatie bij een pasgeborene? Overweeg je ter plaatse om de reanimatie te staken of vervoer je altijd?
In de NRR richtlijn staat: “Het is zeer onwaarschijnlijk dat de reanimatie van een pasgeborene na 10 minuten zonder eigen circulatie nog zal leiden tot overleving of overleving zonder ernstige handicap.” In praktijk wordt altijd gestart en zijn er binnen ROAZ verband afspraken hoe hier mee om te gaan. Dat zal bijna altijd zijn dat de reanimatie wordt opgestart, het MMT wordt ingezet en het dichtstbijzijnde ziekenhuis met adequate opvang wordt gealarmeerd. Het besluit tot stoppen zal in praktijk niet door de ambulancezorgprofessional worden genomen, maar in het ziekenhuis of door MMT.
Bron: NRR richtlijn H8 “Reanimatie en ondersteuning van de transitie van het kind bij de geboorte”
versie 10 mei 2023
Wat is de definitie van langdurige reanimatie in casu natte pasgeborene?
Er is geen definitie of tijdsduur van langdurige reanimatie bij de pasgeborene. In praktijk wordt uitgegaan van langdurig wanneer medicatie toegediend moet worden en dit is indien er geen circulatie op gang komt na inflatiebeademingen en thoraxcompressies.
versie 1 mei 2023
Wordt glucose toegediend bij langdurige reanimatie zonder controle van een glucose-waarde?
Glucose wordt tijdens reanimatie toegediend zonder monitoring; na reanimatie met glucose-monitoring
versie 10 mei 2023